Australië

Australië ligt onder de evenaar, hierdoor zijn de seizoenen tegenovergesteld aan die van Nederland. Het klimaat in Australië verschilt per gebied. In het noorden heerst een tropisch klimaat, terwijl het in het zuiden koud kan worden en er in de bergen zelfs sneeuw kan vallen. In het noorden van Australië heerst een tropisch klimaat. Het hele jaar door is het warm met temperaturen boven de 30 °C en is de luchtvochtigheid hoog.

De beste reistijd is van mei t/m oktober, wanneer het droog en stabiel is. Van november t/m april trekken stevige regenbuien over dit deel van het land. In het midden van het land is het subtropisch met het gehele jaar door temperaturen tussen de 20 °C en 30 °C met uitschieters naar boven in de zomermaanden.

In The Red Centre - ook bekend als de Outback – heerst een woestijnklimaat. Dit is het droogste gebied van Australië, met grote temperatuurverschillen tussen de zomer (temperaturen boven de 40 °C) en winter (temperaturen rond de 20 °C).

In tegenstelling tot het hoge noorden, waar het klimaat droog en tropisch is, is het zuiden van Australië koel en gematigd. Dit deel van het land kent een Mediterraan klimaat. In de zomer is het maximaal 25 ° C en in de winter is het (met een gemiddelde van 10 °C) fris tot koud. In de bergen kan zelfs sneeuw vallen.

Door de verschillende klimaatzones is de beste reistijd voor heel Australië lastig aan te geven. Maar van mei tot september (de wintermaanden) is de temperatuur overal stabiel en valt er weinig neerslag. Dit is dan ook een zeer geliefde reisperiode.

Het binnenland van Australië, de outback, heeft voor het grootste deel een warm woestijnklimaat. Dat betekent dat er weinig begroeiing is en dat er in een jaar amper neerslag valt. Het temperatuurverschil tussen dag en nacht is groot, met erg hete dagen en zeer koude nachten. De gemiddelde jaartemperatuur ligt boven de 18 °C.

Daaromheen ligt een cirkelvormig gebied waar een warm steppeklimaat heerst. Dit is een soort halfwoestijn waar iets meer neerslag valt dan in het woestijnklimaat, voornamelijk in de zomer. Vanwege de droogte groeien er geen bomen, maar wel enkele struiken.

Het noorden van Australië heeft over het algemeen een tropisch savanneklimaat, waarbij de gemiddelde temperatuur het hele jaar door tussen de 20 °C en 30 °C ligt. Er is hier ook sprake van een droog seizoen (april – oktober) en een regenseizoen (november – maart). In het zuidoosten van het land is sprake van een zeeklimaat, waarbij de zomers en winters relatief mild zijn. Het hele jaar door kan er neerslag vallen.