5 redenen om Suriname te bezoeken
Suriname is het kleinste land van Zuid-Amerika en heeft een sterke historische band met Nederland. Het is een ultieme 'back to nature experience'. De tropische regenwouden, rijke mix van culturen en koloniale houten gebouwen in Paramaribo bieden eizigers een authentieke en onvergetelijke ervaring, ver weg van massatoerisme.
- Home
- Inspiratie
- 5 redenen om Suriname te bezoeken
1. Danpaati in het Amazonewoud
De jungle van Suriname, waarin de Danpaati-lodge ligt, is onderdeel van het enorme Amazonegebied. Verlaat in een korjaal, een lange houten boot, de bewoonde wereld en vaar diep het ongerepte woud in. Speelse apen slingeren met je mee en kaaimannen liggen op de loer. Papegaaien suizen laag over het water en een luiaard beweegt zich kalmpjes door de bomen. Bomen die overwoekerd zijn met varens, orchideeën en bromelia’s.
Danpaati betekent in het Saramaccaans – een van de creoolse talen van Suriname – letterlijk ‘eiland bij Dan’, het dorpje aan de overkant van de rivier dat ‘stroomversnelling’ betekent. Het water van de rivier stroomt met hoge snelheid over en door de granieten rotsen heen, waardoor er plaatselijke ‘sula's’ ontstaan: delen van de rivier, waar het water veel harder stroomt. Maak in het dorpje kennis met de lokale Marron-bevolking, afstammelingen van gevluchte plantageslaven, die leven van de natuur. Zo gebruiken ze planten, vruchten en kruiden als voedsel, medicijnen, dakbedekking en vlechtmateriaal en maken ze van hardhout huizen en korjalen.
Daar waar veel marrons zich bekeerd hebben tot het christelijk geloof, belijdt een klein deel nog het Afro-Surinaamse winti, waarin medicijnmannen, rituelen, trance, dromen en geesten centraal staan.
Deze binnenlandbewoners zijn veelal achtergesteld in Suriname. Ook ontbreekt het ze aan goede opleidingsmogelijkheden. Het is voor de jongeren die naar de stad trekken dan ook niet gemakkelijk de sociale ladder te beklimmen.
Danpaati betekent in het Saramaccaans – een van de creoolse talen van Suriname – letterlijk ‘eiland bij Dan’, het dorpje aan de overkant van de rivier dat ‘stroomversnelling’ betekent. Het water van de rivier stroomt met hoge snelheid over en door de granieten rotsen heen, waardoor er plaatselijke ‘sula's’ ontstaan: delen van de rivier, waar het water veel harder stroomt. Maak in het dorpje kennis met de lokale Marron-bevolking, afstammelingen van gevluchte plantageslaven, die leven van de natuur. Zo gebruiken ze planten, vruchten en kruiden als voedsel, medicijnen, dakbedekking en vlechtmateriaal en maken ze van hardhout huizen en korjalen.
De marrons
De marrons zijn afstammelingen van slaven. Zij wisten in de koloniale tijd aan de slavernij te ontvluchten en bouwden in afzondering in de binnenlanden van het regenwoud, veelal langs rivieren, een nieuw bestaan op en vormen tegenwoordig een aparte bevolkingsgroep.Daar waar veel marrons zich bekeerd hebben tot het christelijk geloof, belijdt een klein deel nog het Afro-Surinaamse winti, waarin medicijnmannen, rituelen, trance, dromen en geesten centraal staan.
Deze binnenlandbewoners zijn veelal achtergesteld in Suriname. Ook ontbreekt het ze aan goede opleidingsmogelijkheden. Het is voor de jongeren die naar de stad trekken dan ook niet gemakkelijk de sociale ladder te beklimmen.
2. De natuur
Suriname is de ultieme natuurbelevenis. De machtige Suriname rivier, de savannes, de hoger gelegen gebieden en het moerassige kustgebied met mangroven vormen het woon- en leefgebied van talrijke zeldzame en vooral kleurrijke (zoog)dieren, vogels, reptielen, vissen, vogels en amfibieën.
Elk jaar worden in de regenwouden weer nieuwe planten- en diersoorten ontdekt. Suriname huist een elftal natuurreservaten, waaronder Matapica en Galibi aan de kust en Brownsberg in de binnenlanden. Ook buiten deze natuurgebieden tiert de natuur welig.
Wat je vooral veel ziet is dat de tropische vegetatie andere planten gebruikt als voedingsbodem. De bomen zijn veelal overwoekerd met varens, orchideeën en bromelia’s. Een groot aantal planten, vruchten en kruiden worden door de marrons en inheemse bevolking gebruikt als voedsel, medicijnen, dakbedekking en vlechtmateriaal. Van het hardhout worden huizen, kano’s (korjalen) en houtsnijwerken gemaakt.
Elk jaar worden in de regenwouden weer nieuwe planten- en diersoorten ontdekt. Suriname huist een elftal natuurreservaten, waaronder Matapica en Galibi aan de kust en Brownsberg in de binnenlanden. Ook buiten deze natuurgebieden tiert de natuur welig.
De jungle in Suriname
Het regenwoud heeft de grootste aantrekkingskracht op bezoekers. De bomen en planten strijden er op leven en dood om een streepje zon op te vangen. Toch is de diversiteit van de vegetatie niet eens zo heel groot.Wat je vooral veel ziet is dat de tropische vegetatie andere planten gebruikt als voedingsbodem. De bomen zijn veelal overwoekerd met varens, orchideeën en bromelia’s. Een groot aantal planten, vruchten en kruiden worden door de marrons en inheemse bevolking gebruikt als voedsel, medicijnen, dakbedekking en vlechtmateriaal. Van het hardhout worden huizen, kano’s (korjalen) en houtsnijwerken gemaakt.
3. De mangroves en moerassen van Bigi Pan
Bigi Pan (Groot Meer) is een uitgestrekt natuurgebied aan de westkust van Suriname. Dit bijzondere landschap bestaat uit kreken, mangroves en moerassen en vormt een rijke voedselbron voor talloze diersoorten. Jaarlijks trekken miljoenen vogels vanuit het koude noorden naar dit gebied om te overwinteren. Stap in een kano en ontdek het brakke water, waar onder het oppervlak krabben, snoeken, garnalen, tilapia’s en zelfs kaaimannen te vinden zijn.
Een van de meest indrukwekkende bewoners van Bigi Pan is de rode ibis. Deze opvallende vogel, met zijn lange, gebogen snavel, zoekt in de modder naar krabben, mosselen en insecten. Vooral rode garnaaltjes, die de ibis zijn felrode kleur geven, staan vaak op het menu. De vogels leven in grote kolonies, en met een beetje geluk kun je de lucht zien kleuren als ze gezamenlijk opvliegen – een onvergetelijk spektakel.
Bigi Pan is een plek om de ongerepte biodiversiteit van Suriname te ervaren.
Een van de meest indrukwekkende bewoners van Bigi Pan is de rode ibis. Deze opvallende vogel, met zijn lange, gebogen snavel, zoekt in de modder naar krabben, mosselen en insecten. Vooral rode garnaaltjes, die de ibis zijn felrode kleur geven, staan vaak op het menu. De vogels leven in grote kolonies, en met een beetje geluk kun je de lucht zien kleuren als ze gezamenlijk opvliegen – een onvergetelijk spektakel.
Bigi Pan is een plek om de ongerepte biodiversiteit van Suriname te ervaren.
4. Paramaribo
Paramaribo is de hoofdstad en de enige echte stad van Suriname, waar bijna de helft van de bevolking woont. De stad, in zijn geheel Unesco-werelderfgoed, wordt gekenmerkt door vrijstaande villa’s, schaduwrijke lanen en bruisende plekken zoals de Centrale Markt, met kleurrijke stalletjes vol groente, fruit en kruiden.
Herenstraat, Keizerstraat: in het oude houten centrum van de stad, word je overal herinnerd aan de koloniale tijd. De meest interessante bezienswaardigheid is het voormalig Nederlandse fort, Fort Zeelandia. In de schaduw van dit bouwwerk ligt het onafhankelijkheidsplein, waar lokale mannen de fluitkunsten van hun zangvogels demonstreren.
Herenstraat, Keizerstraat: in het oude houten centrum van de stad, word je overal herinnerd aan de koloniale tijd. De meest interessante bezienswaardigheid is het voormalig Nederlandse fort, Fort Zeelandia. In de schaduw van dit bouwwerk ligt het onafhankelijkheidsplein, waar lokale mannen de fluitkunsten van hun zangvogels demonstreren.
Onze tip: de Sint Petrus- en Pauluskathedraal
Dit is een van de twee grootste houten kathedralen van Zuid-Amerika. De kathedraal werd gebouwd tussen 1833 en 1885, een tijd waarin er nog geen steenfabrieken waren in Suriname. Met een overvloed aan hout uit het oerwoud werd gekozen voor cederhout en Surinaams groenhart, een duurzame en harde houtsoort. Stap de gele en blauwgrijze kathedraal binnen en de harsige en kruidige geur van het cederhout komt je tegemoet. Bewonder het interieur van roodbruin ceder, versierd met houtsnijwerk.5. Frederiksdorp
Frederiksdorp is een gerestaureerde18e-eeuwse koffie- en cacaoplantage in het Commewijne district aan de gelijknamige rivier. Het wordt omringd door vele andere authentieke plantages en vissersdorpjes, waar de sporen van zowel de Europese als de Afrikaanse cultuur nog te vinden zijn. Stap in een boot en vaar naar de voormalige koffieplantage Bakkie met oude sluizen en gebouwen. Het kleine museum van Bakkie heeft een unieke collectie (prenten)boeken en voorwerpen. De plantage Alliance was een van de grootste suikerondernemingen van het land, waar naast suiker ook rum werd geproduceerd.
De slavernijgeschiedenis kort samengevat
De geschiedenis van Suriname is grotendeels getekend door slavernij. Eerst door de Britten die in 1630 als eerste Europeanen in Suriname aankwamen. Ze koloniseerden het gebied en begonnen tabaksplantages, die door de lokale bewoners onder dwang werden bewerkt. Vanaf 1667 kwamen de Nederlanders aan de macht die honderdduizenden Afrikanen tot slaaf maakten en naar Nederlandse koloniën, waaronder Suriname, transporteerden. Aangekomen moesten ze zwaar werk verrichten op koffie-, suiker- en katoenplantages. Pas in 1863 werd slavernij in Suriname en op de Antillen afgeschaft.Inspiratie en mooie reizen
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang wekelijks de beste aanbiedingen en reisinspiratie